Waarom rauw?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden beginnen we bij de voeding die tegenwoordig veel aan ons huisdier wordt gevoerd, namelijk brokken en blikvoeding. Een hele grote kans dat u ook deze voeding aan uw hond of kat voert. Met brokken en blikvoeding krijgt uw huisdier wel voedingsstoffen binnen, ook wordt er gezegd dat uw geliefde huisdier niets te kort komt.
Maar is dit wel zo?
Twee soorten brokken
Op de markt zijn twee soorten brokken: geperste brok en geëxpandeerde brok. Deze laatste is vervaardigd onder hoge temperaturen, hierdoor gaan veel essentiële voedingsstoffen verloren.
Welke brok u ook voert ze hebben twee dingen gemeen:
Ten eerste zijn ze op de markt gekomen voor het gemak van de eigenaar, niet voor de gezondheid van uw huisdier. Niks is makkelijker dan brokken in een bak strooien voor de hond of een blik open trekken voor de kat.
Op de verpakking staat immers ‘compleet menu’, dus u hoeft nergens meer aan te denken. Volgens de producent komt uw hond of kat komt niets tekort.
Ten tweede, en dat is misschien nog wel belangrijker: een brok of blikvoer is onnatuurlijk voor uw hond of kat. Van huis uit zijn het carnivoren en hun stofwisseling is gebaat bij vlees, bij voorkeur rauw, zodat zoveel mogelijk van de natuurlijke bestanddelen bewaard blijven.
Productieproces brokken en blikvoeding
Brokken en blikvoeding worden zodanig geproduceerd dat goede, essentiële voedingsstoffen die in vlees zitten verloren gaan. Na de bereiding zijn er aanzienlijk minder bestanddelen over waar uw hond of kat wat aan heeft. Om het voer weer op een acceptabel niveau te krijgen, worden vervolgens kunstmatig vitaminen, mineralen en andere preparaten toegevoegd. Dezelfde bestanddelen waarvan er in het productieproces veel verloren zijn gegaan!
Tot slot, het is zowel voor de producent als de consument allebei handig als de voeding lang houdbaar is. Om de houdbaarheid te verlengen worden conserveringsmiddelen toegevoegd. Hiervoor worden dezelfde producten gebruikt die ook terug te vinden zijn in bestrijdingsmiddelen (o.a. BHA en BHT). Op de verpakking worden deze toevoegingen vaak onder een verzamelnaam genoemd, zoals “door de EG goedgekeurde anti-oxydanten”.
Opgeteld staat brok- en blikvoer wel erg ver af van wat uw huisdier in de natuur zou eten…
Waarom essentieel?
Een carnivoor is een dier dat een spijsvertering heeft voor het opnemen en verteren van dierlijke vetten en eiwitten. En niet om granen en droog gekookt vlees te eten. Wij zien een wolf in de natuur tenslotte ook geen maaltijd koken…
Kunstmatig voer maakt de spijsvertering van een carnivoor lui. Dit heeft als belangrijke consequentie dat de weerstand van het dier ook niet gevraagd wordt optimaal te presteren. Het eten wordt op een presenteerblaadje aangeboden en bevat misschien de juiste bouwstenen, maar niet in de juiste, natuurlijke samensteling, zodat de weerstand wordt verlaagd.
En een verlaagde weerstand vertaalt zich in allerlei klachten die wij aanduiden als ‘typische’ huisdierkwalen: doffe vacht, veel verharen, of zelfs jeuk, hotspot diarree enz. Niet leuk voor uw huisdier en niet leuk voor u.
Als de hond of kat niet optimaal te eten krijgt, kan hij zich ook niet lekker voelen. Wij mensen worden ons er ook meer en meer van bewust dat gezonde voeding essentieel is voor onze gezondheid, hoe we ons voelen en wat we presteren. Waarom gunnen we dat niet ook aan onze hond of kat?
De niet-waarde van Granen
In brokken zitten heel veel granen. Granen bevatten veel koolhydraten en dat is bij uitstek een onnatuurlijke energiebron voor een carnivoor. In de natuur eet een hond hooguit graan als maaginhoud van een prooi en dus in kleine hoeveelheden en altijd in combinatie met meer vers vlees. Honden die allergisch reageren op brokken hebben vaak een allergie voor granen of voor de gebruikte kunstmatige toevoegingen. Brokken bevatten bovendien eiwitten met een lage biologische waarde, terwijl in rauwe voeding juist eiwitten zitten met een hoge biologische waarde. Het eiwit in vers vlees is rijk aan essentiële aminozuren en in een verhouding die het dichtst het lichaamseiwit benadert.
Vaak wordt beweerd dat brokvlees goed is voor de tanden, omdat het hard is. De brokken zijn inderdaad hard, maar worden bij vermenging met speeksel plakkerig, denk aan de biscuitjes die wij zelf vaak eten. Wij poetsen onze tanden, maar bij uw huisdier blijft er zeker etensresten in het gebit achter en ontstaat tandplak en tandsteen. In de natuur poetst een wolf zijn tanden, door op botten te kluiven en grote stukken vlees te verscheuren. Ook bij het voeren van gemalen versvlees zal dit niet aan de tanden blijven plakken.
Het gebit
Het gebit van carnivoren zoals honden en katten verraadt ook dat het gemaakt is voor eten wat verscheurd moet worden en in grote brokken wordt genuttigd: het beweegt op en neer. De tanden en kiezen van een omnivoor of herbivoor daarentegen bewegen juist heen en weer of in ‘rondjes’, geschikt voor het vermalen van voer.
Hoe groot uw hond of kat ook is en welke jasje hij of zij aan heeft, het is en blijft een carnivoor en gedijt daarom het beste bij voeding zoals de natuur het ooit bedoeld heeft: rauw vlees, rauwe organen, rauwe botten.